Het allereerste exemplaar van mijn boek heb ik uitgereikt aan Joke Bruijs, één van de liefste en leukste vrouwen uit de Nederlandse showbizz wereld, als je het mij vraagt. Joke was speciaal voor mijn vader. Hij ontmoette haar tijdens een schnabbelavond toen zij nog maar 18 jaar oud was.

Uit ‘Dit is mijn vader Jan Blaaser’:  In de buurt van de Koepel in Breda parkeert mijn vader zijn grote Amerikaanse auto. Hij is die avond weer geboekt als conferencier. De muziek wordt verzorgd door Het VARA-dansorkest die de achttienjarige zangeres Joke Bruijs zal meenemen. Hij stapt zijn auto uit en knoopt zijn jas hoog dicht. In de gure wind loopt hij naar het imposante gebouw. Bij de deur is een bel, met daarnaast een bord waarop staat: hier bellen. Dat lijkt me vrij logisch, denkt hij.

(…)

Op de bühne maakt de jonge zangeres Joke Bruijs indruk. Ze heeft een mooie stem en heel veel lef voor zo’n pittige zaal. Die heeft talent,’ zegt Jan hardop. Na afloop stapt hij op haar af. ‘Mensen kennen mij nu als conferencier en acteur, maar ik wil cabaret gaan doen. Ik ga een eigen cabaretprogramma beginnen, wil jij meedoen?’ (tekst gaat verder onder foto)

In bijna alle interviews met Joke die ik heb gelezen refereert ze aan mijn vader. Toen ik haar vroeg of ze wilde meewerken aan mijn boek zei ze meteen volmondig ja. Ik nam wat aardigheidjes mee: een ingelijste foto van haar en mijn vader in de periode van hun cabaretvoorstelling en een foto van een paar jaar later waar ik een baby ben en ze mij de fles geeft. ‘Die bewaar ik, jij was zo schattig en je vader was ook zo dol op jou.’ Later die middag vertelde ze over mijn vader: ‘Ik heb zoveel van die man geleerd, hij regisseerde me, hij was echt mijn mentor. Hij zag talent in mij en dat was voor mij natuurlijk heerlijk.’ (Tekst gaat verder onder foto)

Joke geeft mij de fles

Joke heeft altijd een plek in het hart van mijn vader gehad en hun wegen kruisten vaak. In mijn boek komt Joke dan ook vaak voorbij. Toen ik haar het boek kwam brengen vertelde ze weer dat ze mijn vader zo’n bijzondere man vond. ‘Hij verdient dit boek. Ik gun het jou en ik gun het je vader.’  Ze  voelde zich vereerd om het eerste exemplaar te hebben mogen krijgen, maar die eer was mijnerzijds.

Joke Bruijs neemt het eerste exemplaar in ontvangst