Een boek schrijven betekent ook veel schrappen. Meerdere verhaallijnen hebben helaas daarom de uiteindelijke versie van Dit is mijn vader Jan Blaaser niet gehaald. Ik heb keuzes gemaakt. De liefde voor Rotterdam beschrijf ik wel, maar de vriendschap tussen Lee Towers en mijn vader komt niet echt aan bod. Het lijntje tussen hen is wel het beschrijven waard. (De tekst gaat steeds verder onder de foto’s, dus scroll vooral door)

In augustus 1977 vertrok mijn vader voor twee dagen naar Twente. Het dorpje waar normaal gesproken weinig reuring was werd de uitvalsbasis van 27 bekende Nederlanders, filmploegen en publiek. De BN’ers waren verdeeld in drie categorieën: Leden van de tweede kamer, Televisiepresentatoren en Artiesten. Bij de sportvelden van Technische Hogeschool Twente namen zij het in verschillende sportieve rondes tegen elkaar. Het werd het begin van een zeer succesvol televisieprogramma met de naam Sterrenslag. Mijn vader zat in het artiestenteam en er zijn tijdens deze opnames veel vriendschappen geboren, onder andere met Ben Cramer, Willibrord Frequin, Wim Bosboom en dus Lee Towers.

Sterrenslag: Lee Towers, Piet Römer en mijn vader

Ik herinner me nog goed dat ik in 1984 met mijn ouders te gast was bij zijn Gala of the year in Ahoy. Op dat moment een on-Nederlands grote show, met een enorm decor en orkest. Ik was enorm onder de indruk van de laserlampen: wát een staaltje techniek was dat toen. Na afloop ontdekte ik samen met de dochter van Lee dat je in de backstage van Ahoy heel goed verstoppertje en tikkertje kan spelen.

Mijn vader speelde graag in het Hofpleintheater in Rotterdam. Hij heeft er vele malen zijn eerste onemanshow Bruin Brood gespeeld. Zijn volgende programma Bramen zoeken ging er in première en heeft hij wekenlang aldaar gespeeld. In een groot artikel van de Rotterdamse krant Het Vrije Volk las ik over een feestelijke nazit in Studio 54. ‘Waar op uitnodiging van deze discodancing tal van collega’s uit het vak de cabaretier geluk kwamen wensen. Burgemeester van Lelystad Hans Gruijters, Eddy Ouwens, Marty Hinrichs en Hanny Vree van Nooys Volkstheater worden in het artikel genoemd, maar de foto van Lee staat extra groot afgedrukt.

Het vrije Volk over Bruin Brood


Met technicus René Waerts

Nazit première Bramen zoeken in Studio 54

 

Tijdens die periode was hij gastcolumnist van de Rotterdamse krant Het Vrije Volk. In de rubriek Bramen van Blaaser schreef hij over zijn liefde voor Rotterdam. Daarin kwam ook het restaurant De drie bogen ter sprake waar hij regelmatig ging eten voor hij moest spelen.

Rubriek Bramen van Blaaser

Blijkbaar zijn daar met eigenaar Paul Engels goede plannen verzonnen want bij zijn volgende show Man alleen was er tijdens de speelperiode in Hofpleintheater een theaterarrangement mogelijk. Het Vrije Volk plaatste een foto van mijn vader, Lee Towers en zijn vrouw Laura en schreef dat op de eerste avond zich al tientallen bezoekers hadden gemeld voor het arrangement van 59 gulden per persoon. ‘Te gek,’ wordt Lee geciteerd, ‘zoiets zou bij iedere theaterproductie mogelijk moeten zijn.’

De drie bogen (Vrije Volk 1982)

Ik krijg regelmatig te horen dat ik zoveel verschillende dingen doe en projecten aan ga. Ik weet nu van wie ik het heb want ik vond tijdens mijn onderzoek dat nog geen half jaar na het theaterarrangement er alweer een nieuw initiatief was. Mijn vader had zich met een aantal schilderende artiesten en professionele kunstschilders verenigd tot het collectief Het Verftheater. In mijn boek en in mijn blog over Karel en Yvonne de Rooij schrijf ik hier mee over, maar de eerste expositie was in De Drie Bogen in Rotterdam en werd geopend door Lee Towers. In het Vrije Volk zegt Lee (die wordt aangeduid als ‘de Krimpense Sinatra’): ‘Uit puur enthousiasme ben ik maar met schilderen begonnen, mijn voorpui staat al in de grondverf.’

Opening expositie Verftheater, Lee staat middenboven naast kunstenaar Adrian Stahlecker.

Mijn vader had dus een liefde voor Rotterdam en het Hofpleintheater. Toen het theater in 1985 van de gemeente moest sluiten heeft hij nog meegedaan aan de Nacht voor het behoud van het Hofplein. Ook daar schrijf ik over in mijn boek.

Nacht voor het behoud van het Hofplein theater met o.a. Luc Lutz, Gerard Cox en Joke Bruijs.

Waar mijn vader bij het sluiten van de Hofpleindeuren aanwezig was gingen voor mijn eigen carrière daar de deuren open. Tijdens het derde jaar van mijn studie aan de faculteit drama liep ik stage bij Jeugdtheater Hofplein dat zich daar inmiddels gevestigd had en was uitgegroeid tot dé jeugdtheaterschool van Nederland. Ik kreeg er van directeur Louis Lemaire meteen een baan aangeboden en tijdens mijn afstudeerjaar werkte ik er al als speldocent. Na mijn afstuderen werkte ik er acht jaar fulltime als (kern-)docent spel. Ik regisseerde er (in blinde paniek) mijn eerste officiële productie, gaf duizenden kinderen les en heb met tientallen collega’s gejankt van het lachen.

Mijn allereerste productie als regisseur bij Jeugdtheater Hofplein

Ik ben verRotterdamst, Hofpleintheater zit in mijn hart. Lee heb ik sinds mijn jeugd niet meer gesproken, tot vorig jaar. Hij trad op tijdens een feest waar ik aanwezig was. ‘Jan, dat was een vriend van me.’

Mooie man, mooie stad.

De vorige blog lees je hier

Een (gesigneerd) exemplaar van Dit is mijn vader Jan Blaaser bestel je hier.