Mijn oom Marty Hinrichs is eigenlijk mijn achterneef. We hebben de zelfde overgrootvader, die ik in mijn boek aanduid als de stamvader. Hij was acteur en veel van zijn kinderen gingen ook aan het toneel, sterker nog: als kind traden ze al op. Eén van zijn kinderen was Johan Blaaser: mijn opa. Eén van zijn dochters (dus de zus van mijn opa) was Bep Blaaser, de oma van Marty. Bep Blaaser trouwde met Jan Nooy en ging daarna door het leven als Bep Nooy. Jan en Bep Nooy waren de grondleggers van het Nederlandse Volkstoneel, met onder andere De Jantjes en Rooie Sien als grote successen. Bep Nooy kreeg een dochter: Beppie Nooy junior. Dit is de moeder van Marty en een volle nicht van mijn vader. Op de stamboom zijn Marty en ik dus achterneef en nicht, maar ik noem Marty en zijn vrouw Hanny Vree maar gewoon mijn oom en tante. In het boek heb ik overigens een stamboom geplaatst, want iedereen raakt altijd de weg kwijt hoe het zit in mijn familie. (tekst gaat verder onder foto’s)

Stamvader

Bep Nooy-Blaaser sr.

 

 

 

 

 

Beppie Nooy jr.

Ik heb een warme familieband met Marty en Hanny. Toen ik hen een aantal jaar geleden vroeg mij over mijn vader te vertellen namen ze uitgebreid de tijd. Bijzonder hoe er dan andere verhalen bovenkomen dan tijdens de gewone familie bijeenkomsten. Zo vertelde Marty hoe hij mijn vader vroeger ’s avonds laat tegenkwam als ze beiden van het ene naar het andere theater liepen.

Marty vertelt: ‘Ik werkte in die tijd als toneelmeester bij de Kleine Komedie en ging daarna naar de Moulin Rouge waar ik de techniek deed. Jan liep van zijn werk in het theater naar Saint Germain des Prés. Dan kruisten we elkaar regelmatig bij het Rembrandtplein. Ik vond het heel bijzonder dat hij acteur was bij Puck en dat hij daarnaast variété ging doen bij Tom Manders. De combinatie van serieus acteur en het lichtere genre was er in die tijd niet. Ik vond het uniek dat hij dat combineerde en het ook allebei kon.’

Ook Hanny heeft vroege herinneringen aan mijn vader, nog van voordat ze tot onze familie was toegetreden. ‘Ik ging naar een groot feest in de Amsterdamsche bank op het Rembrandtplein,’ vertelt ze daar over. ‘Met medeleerlingen van de balletacademie hadden we kaartjes gekregen en zijn we er naar toe gegaan. We vonden het heel leuk: een conferencier, artiesten, orkesten en na afloop dansen. Jan was een sprankelende conferencier die alles moest kunnen: goed spreken, taalgebruik, zingen, eigen teksten schrijven, artiesten aankondigen en vooral veel humor hebben. Dat was heel veel.’

In eerdere manuscripten schreef ik heel uitgebreid over de familiebanden. Vanwege de leesbaarheid van mijn boek heb ik veel scènes moeten schrappen. Zo heb ik ook de volgende scènes verwijderd die wel een mooi beeld van de familieband weergeven.

Geschrapte scènes uit Dit is mijn vader Jan Blaaser: De nicht van mijn vader Beppie Nooy junior heeft sinds een aantal jaren de leiding over het Amsterdams Volkstoneel van haar ouders overgenomen. Oom Jan Nooy is om gezondheidsredenen gestopt, maar tante Bep Nooy senior speelt nog steeds in het gezelschap. Ze wordt 70 jaar en is 50 jaar werkzaam als actrice. De jubileumvoorstelling waar dit gevierd wordt gaat feestelijk in première in het Centraal Theater.
Na afloop van de voorstelling wordt Bep senior letterlijk en figuurlijk in de bloemetjes gezet. Beppie junior spreekt haar moeder toe en vervolgens neemt mijn vader het woord: ‘Ik sta hier als artistiek directeur van het theater, maar sta hier vooral ook als trotse neef. Daarom bied ik namens de hele familie Blaaser/Vischer/Nooy deze bloemen aan. Zingt u mee dames en heren? Lang zal ze leven…’, de hele zaal volgt.

Mijn vader speelde niet meer mee in het volkstoneel, maar de familiebanden waren warm. Dat blijkt ook wanneer zijn tante Bep Nooy sr. overlijdt. Op de dag van haar uitvaart ligt ze ’s ochtends opgebaard in Theater Carré waar afscheid van haar genomen kan worden. Mijn vader staat naast de kist als één van de mensen in de dodenwacht. Aan de andere kant van de kist staat Marty. (tekst gaat verder onder foto)

Bep Nooy overleden. In theater Carré staan Marty en mijn vader naast de kist. (Foto: Nationaal Archief)

Verdrietig genoeg is Beppie junior vrij kort na haar moeder overleden. Hoewel beide vrouwen in het boek voor komen is hun sterven niet apart beschreven. Het zijn de keuzes die ik me soms als schrijver van een roman heb gepermitteerd.

Geschrapte scène uit Dit is mijn vader Jan Blaaser: In de middag wordt zij ten grave gedragen op de begraafplaats Zorgvlied. Meer dan tweeduizend mensen wonen deze plechtigheid bij.

Na de uitvaart is de familie bij elkaar in het huis van de middelste zoon Marty en zijn vrouw Hanny aan de Nieuwe Prinsengracht. Het is een tijd geleden dat de hele familie bij elkaar was en ondanks het verdriet vinden ze het fijn om elkaar weer te zien. Neef Pim Blaaser, die net als zijn vader Willem niet in het theater maar in de autoverkoop werkt, besluit: ‘Laten we elkaar wat vaker zien onder leukere omstandigheden. Nu zien we elkaar alleen maar bij begrafenissen. Dan doen we dat op kerstavond: want dan hebben jullie geen excuus dat jullie moeten werken.’ De familie spreekt dit met elkaar af en proosten op de familie.

Ik ben heel dankbaar dat dit besluit genomen is. De kerstavonden zijn lang traditie gebleven en hebben er voor gezorgd dat ik nu nog steeds met de meeste van mijn (achter-)neven en nichten contact heb. Ik heb een grote familie en ben dol op hen, wat een rijkdom.

Familie op kerstavond

Vorige blog