Op 15 september was ik te gast in de dagelijkse visual radio show van Omroep Flevoland. Het was een fijn gesprek. Presentatoren Astrid de Jong en Jeroen van der Laan waren enthousiast over het boek, hadden zich duidelijk ingelezen en stelden me meteen om mijn gemak. Mijn vader had een grote liefde voor Flevoland en met name Lelystad. Mijn ouders, allebei Amsterdammers, zochten een woning om samen te gaan wonen en slaagden in Amsterdam niet.

Uit Dit is mijn vader Jan Blaaser:

Jan en Elsa rijden door de kale stad in aanbouw en voelen zich meteen aangetrokken door de jeugdige, nieuwe uitstraling van Lelystad. ‘Het is een stad met een immense brok lucht erboven,’ zegt hij en parkeert bij het enige centrum voor cultuur en vertier dat Lelystad heeft: De Meerkoet. Buiten ligt een terras, waar niemand zit want het is te koud en er staat veel wind. Binnen zijn er twee zalen: een theaterzaaltje en een café-restaurant. Het café-restaurant wordt ook gebruikt als foyer door de huisvrouwenvereniging, de klaverjasclub en de carnavalsvereniging. De personeelsvereniging van de Rijksdienst voor de IJsselmeerpolders heeft mijn vader ingehuurd om op te treden in de theaterzaal.

Na zijn optreden drinken mijn ouders in de foyer nog een glaasje en praten met mensen uit het publiek. Het zijn allemaal oud-Amsterdammers die in Lelystad zijn komen wonen.

‘Bevalt het hier in Lelystad?’ vraagt mijn vader aan een vrolijke man met een grote snor.

‘Jan, ik zal je vertellen: ik heb in mijn tuin een boom, daar komt straks een knop aan, en uit die knop een blaadje. Want er zijn nog wonderen op deze wereld jongen!’

Niet snel daarna betrokken mijn ouders een appartement op de Marderhoek in Lelystad, later (toen ik geboren was) woonden we in een eengezinswoning in de Archipel. (tekst gaat verder onder foto)

‘Het huis van Blaaser’ – in de dan nog kale wijk de Archipel in Lelystad

Mijn vader promootte Lelystad waar hij kon. Hoewel hij in uitverkocht Carré speelde besloot hij zijn jubileumvoorstelling en première in theater De Agora in Lelystad en later in theater De Roestbak te spelen. Hij gunde deze plekken extra publiciteit. (tekst gaat verder onder foto)

Première in de Roestbak in Almere (fotocredit Studio Friedlander)

Mede vanwege zijn ambassadeurschap voor Lelystad werd mijn vader door burgemeester Gruijters geridderd in de orde van Oranje-Nassau. Ik kan me nog goed herinneren hoe bijzonder ik het vond dat mijn vader het lintje opgespeld kreeg in het stadhuis van Lelystad, dat kwam in die tijd nog niet zo heel vaak voor. Mijn vader hield van Lelystad. (tekst gaat door onder foto’s)

Lelystads dagblad

Geridderd in het stadhuis, rechts Burgemeester Hans Gruijters

Uit Dit is mijn vader Jan Blaaser: ‘Ik vind het fijn hier. Iedereen in Lelystad heeft een tuin en kan het inrichten zoals die wil. Desnoods met een plastic molentje of een mooi tapijt. En binnen leggen ze plavuizen op de vloer. Ideaal, dan kunnen de kinderen binnen op straat spelen. Een echte Amsterdammer woont in Lelystad.’Tijdens het interview bij Omroep Flevoland kwamen we niet toe aan deze verhalen, er was teveel om over te vertellen. Wel vertelde ik hoe het huis in de Archipel nog steeds bekend schijnt te zijn als ‘Het huis van Blaaser’. Presentator Jeroen vertelde dat hij het zo leuk vond om te lezen over mijn vader in Lelystad. Ik heb nu in deze blog in ieder geval er iets over geschreven. In het boek komt het allemaal uitgebreid aan de orde.

Het interview bij Omroep Flevoland kun je hier terugzien.

Vorige Blog