Conny Vink. Dat is zo’n naam waarover veel mensen tegen mij zeggen: Ik ken de naam, maar waarvan? Conny is een zangeres van Nederlandse liedjes als Maak je niet dik, Bossa Nova Boy en De Toeteraar. Ze deed mee aan het songfestival in 1969 en had in de jaren 60 en 70 veel hits. Op de dag dat ik het boek aan haar uitreik is er net een documentaire over haar verschenen op YouTube. Trots vertelt ze over deze docu die gaat over haar 60-jarige carrière als zangeres. Enkele jaren geleden sprak ik haar over haar herinneringen aan mijn vader. Ze kenden elkaar al van de schnabbeltoer en gingen halverwege de jaren 70 op tournee door Zuid-Afrika met de Holland Show. Andere artiesten waren de zanger Ben Cramer (waar je over kan lezen in deze blog) en de pianist Joop Reynolds. (tekst gaat verder onder foto)

Programma Holland Show in Zuid-Afrika

 Uit ‘Dit is mijn vader Jan Blaaser’In de lobby van het hotel drinkt Jan een kop koffie en ziet dan een programma met aankondiging van De Holland Show liggen. Alle deelnemende artiesten worden benoemd, over hem staat geschreven: Die aankondiger of conferencier is die ewe-bekende Jan Blaaser, die populêre akteur van verhoog, film en televisie wat mens so lekker kan laat lag. (tekst gaat verder onder foto)

Hij drinkt zijn kopje leeg en neemt het programma en het ongebruikte suikerzakje met het logo van het hotel mee naar zijn kamer. Daar stopt hij het in zijn koffer, leuk om terug in Nederland te laten zien aan Elsa. Uit zijn koffer haalt hij zijn zwembroek en trekt deze aan. Hij pakt een hotelhanddoek, slaat deze over zijn schouder en loopt naar de lift om naar het dakterras te gaan. Op het dak glinstert het zwembadwater in de Afrikaanse zon. Ben en Joop hangen aan de zwembandrand, Conny ligt op een zonnebedje te zonnebaden. Jan legt zijn handdoek op het zonnebedje naast Conny en duikt soepel in het frisse water. Hij is een goede zwemmer, trekt soepel een paar baantjes in het bad en wordt dan door de anderen naar de zwembadbar geroepen voor een drankje. Hij bestelt een pilsje en ze proosten op een mooie tournee. Het is een ontspannen sfeer, waarbij bijna vergeten wordt dat er de volgende dag gewerkt moet worden. Dan komen er een aantal onbekende vrouwen iets drinken bij het zwembad. De mannen nemen meteen een andere houding aan. Jan, Toby, Joop en Ben gaan rechtop zitten, maken hun borst breed en houden hun buik in. Conny moet er vreselijk om lachen en gaat weer op haar zonnebedje liggen. De vrouwen drinken hun drankje op hun gemak en Jan wandelt macho van de bar langs het zwembad naar Conny. Hij gaat op het zonnebedje naast haar zitten en mompelt: ‘Ik wou dat ze opdonderden, want dan kan ik tenminste mijn buik weer laten hangen.’ (tekst gaat verder onder foto)

Het suikerzakje uit Zuid-Afrika

Conny zat vol van dit soort smakelijke anekdotes, ze kon zich nog veel herinneren. Ze vertelde me hoe ze van hem leerde hoe ze haar liedjes op de bühne moest brengen.

Uit ‘Dit is mijn vader Jan Blaaser’:  ‘We maken van een schnabbel een voorstelling,’ zegt hij. ‘Zingen kan iedereen, maar je moet het verkopen. Ik doe dat tussen de liedjes en jij moet dat ook doen: verhalen vertellen en je voorstelling verkopen.’

‘Jan had echt een eigen stijl,’ vertelt Conny. ‘Vroeger was het anders dan nu: een programma werd gedragen door een conferencier. Ieder had zijn eigen draai en Jan kletste zo zijn eigen onemanshow aan elkaar. Ik heb veel van hem geleerd door naar hem te luisteren en over het optreden met hem te praten.’

In de paar jaar dat ik aan het boek schreef hebben Conny en ik nog een aantal keren gebeld en geappt. Wanneer ik nieuwe ontdekkingen had gedaan tijdens mijn research heb ik wel eens wat bij haar geverifieerd. Het was erg leuk om dan nu eindelijk het boek aan haar te kunnen overhandigen.

Vorige blog