Eén van de meest indrukwekkende rollen die mijn vader schijnt te hebben gespeeld is die van Ger van Soest, in de televisiefilm Zuiderstraat 12. Helaas zijn de beelden er niet meer en moet ik het doen met foto’s en de verhalen. Het schijnt dat mijn vader in die periode, eind jaren 70, eigenlijk geen rollen wilde aannemen. Hij wilde zich volledig richten op zijn solovoorstellingen. Maar VARA-regisseur Feliks Arons belde hem met een aanbod en hij drong behoorlijk aan. Hij vroeg hem de hoofdrol te spelen in een aflevering van de dramaserie Ons goed recht. Iedere aflevering was een op zichzelf staande televisiefilm van 70 minuten. De aflevering waar mijn vader voor werd gevraagd heette Zuiderstraat 12 en was het televisiedebuut van scenarioschrijver Willem Capteyn. In eerste instantie werd Johnny Kraaijkamp gevraagd voor de hoofdrol, maar hij gaf de rol na de scriptlezing terug. Hij vond de tekst zwak en te vol met gevloek en schunnige taal. Mijn vader stemde na aandringen van Feliks er mee in om het script in ieder geval te lezen en was toen meteen om. Hij vond het een prachtig stuk en één van de mooiste rollen die hem ooit was aangeboden. (Tekst gaat verder onder foto)

Het Parool

Willem Capteyn heb ik vrij vroeg in mijn zoektocht naar mijn vader al gesproken. In de zomer van 2019 spraken we af in een bruin café in Amsterdam centrum. Het was een enorm ontspannen en gezellig gesprek, waarbij ik ook een soort masterclass scenarioschrijven kreeg. Hij vertelde gedetailleerd over het proces van het schrijven van een scenario en wat er dan gebeurt als er een regisseur mee aan de slag gaat. Zuiderstraat 12 was heel belangrijk voor Willem geweest omdat het zijn televisiedebuut was.

Mijn vader speelde een oude eenzame drankzuchtige man die op gespannen voet leeft met de medebewoners van de portiekwoning waar hij woont. Het gebouw moet worden afgebroken om plaats te maken voor een parkeergelegenheid. Wat het stuk bijzonder maakte was het karakter van Van Soest en zijn platonische relatie met de jonge verpleegster die op de zolderverdieping woont. Hij is oud en op, zij is de enige die nog empathie toont en met wie hij een menselijke relatie heeft. De verpleegster werd gespeeld door Elja Pelgrom. Het was haar debuut. De veel meer ervaren acteurs Kitty Courbois, Helmert Woudenberg en Olga Zuiderhoek speelden medebewoners. (Tekst gaat verder onder foto)

Mijn vader in zijn rol als Ger van Soest

De acteur Helmert werkte overigens ook mee aan mijn boek. Net als Michiel Kerbosch die samen met Trudy de Jong een jong kibbelend echtpaar met een jong kindje speelde. Dat kindje was trouwens snel gevonden, ik was een paar maanden oud en toch vaak mee op de set. Ik werd in de box in het tv-decor gezet en daarmee was het televisie-gezin compleet. (Tekst gaat verder onder foto)

Op de set van Zuiderstraat 12 met mijn trotse moeder

Willem heeft warme herinneringen aan mijn vader omdat hij zich enorm uitsprak over de kwaliteit van het scenario. Op de set zag hij hoe mijn vader zich enorm concentreerde om de rol te spelen. In de omgang was hij heel amicaal en droeg uit naar de anderen dat ze het samen zo goed mogelijk moesten doen.

De uitzending van Zuiderstraat 12 werd veel bekeken en veelbesproken. Het Parool schreef: Goed in uitwerking, in dialoog, in rolbezetting en in regie. Jan Blaaser maakte van de aan de drank verslingerde Ger van Soest een mooie rol.

Dat mijn vader de rol authentiek speelde bleek wel uit een briefje dat bij ons in de brievenbus werd gegooid. Social media avant la lettre.

Meneer Blaaser, tot onze grote spijt hadden wij het stuk Zuiderstraat 12 aangezet. Wat ben je diep gezonken! En is er geen tijd meer om je haar eens te kammen? Geef ons van vroeger de Franse liedjes maar van je. Dit is zo smerig, wat een taal! Bah bah bah! Geef ons toch iets moois! Of is dat voor de jeugd? Afzender onbekend. (Tekst gaat verder onder foto)

Social media avant la lettre

Later schreef Willem vele prachtige scenario’s, waaronder twee grote persoonlijke favorieten van mij: Zwarte Sneeuw en De zomer van ’45. Dat hij kon schrijven had mijn vader duidelijk goed gezien.

Ruim 4 jaar na het gesprek met Willem in het Amsterdamse café bezocht ik hem opnieuw, dit keer bij hem thuis. Ik kon hem het boek overhandigen. Hij vertelde me dat hij het zo goed vond dat ik volgehouden heb en het boek er is gekomen. In die jaren van schrijven heb ik een aantal keren getwijfeld of ik door zou zetten, maar iedereen moet een keer debuteren. En er moeten mensen zijn  die er in geloven.

De vorige blog lees je hier

Het boek koop je in de boekwinkel of hier