In 1950 speelde mijn vader in de Nationale Revue.  Hij raakte daar bevriend met een introverte decorbouwer, een verder nog onbekende jongeman genaamd Tom Manders. Deze man is later nationaal beroemd geworden als het typetje Dorus, bekend van het liedje ‘Er zitten twee motten in mijn ouwe jas’.

Tom had een theatercafé op het Rembrandtplein in Amsterdam. Mijn vader was er vanaf de start bij betrokken. Hij was inmiddels bevriend geraakt met Tom en door hem gevraagd om als conferencier op te treden. Dat deed hij nadat hij zijn voorstelling had gespeeld bij het toneelgezelschap Puck. Mijn oom Marty Hinrichs vertelde daar een mooi verhaal over dat ik heb meegenomen in mijn boek en deze blog.

Na een tijdje besloot mijn vader over te stappen naar het amusement. Hij vond het werken als conferencier gezelliger dan het wereldje van toneel. Iedere dag in de spelersbus zitten en keer op keer dezelfde voorstelling spelen verveelde hem. Grappen vertellen vond hij veel leuker. Daarom stopte hij bij het toneel en koos definitief voor Manders.

Via Tom Manders-fansites kwam ik in contact met Winston Drevers, hij is de grootste Manders verzamelaar van Nederland. Ik vond het ongelofelijk leuk om te zien wat hij allemaal aan materiaal heeft. Hij had voor mijn bezoek in zijn archieven gezocht en alles wat er over mijn vader te vinden was voor mij klaar gelegd. Het varieerde van foto’s, tot filmmateriaal, tot geschreven artikelen. (tekst gaat verder onder foto)

Met Winston Drevers in zijn Manders-kamer

Ik kwam in dat materiaal steeds een naam tegen die ik nog niet kende: Sacha Dénisant. Het was een jonge zangeres die iedere avond in Saint Germain des Prés Franse chansons zong. Van alle artiesten was ze de enige vrouw, dat maakte me nieuwsgierig. Ik heb met enige moeite haar contactgegevens gevonden en na enige aarzeling wilde ze met mij praten. Ze had zich helemaal terug getrokken uit de showbiz maar wilde voor mij een uitzondering maken. Het leverde fantastische verhalen op voor mijn boek. (tekst gaat verder onder foto)

Mijn vader met links Tonny Huurdeman en rechts Sacha Denisant

Ook beschrijf ik hoe het typetje Dorus tot stand kwam. Bijna niemand weet dat mijn vader daar bij betrokken was.

Uit Dit is mijn vader Jan Blaaser: ‘Blaas kom mee naar boven, daar ligt nog een hoop rommel. We moeten ons verkleden.’ (tekst gaat verder onder foto)

Mijn vader met Dorus

Het is een mooi verhaal. Dat vindt Kick van der Veer ook. In zijn radioprogramma Andermans Veren op NPOradio5 haalt hij dit deel van mijn boek aan. Overigens is het item van 10 minuten over mijn vader en mijn boek sowieso erg leuk om terug te beluisteren. Het start vanaf minuut 40.

Terug naar Tom Manders en de verzamelaar. Ik overhandigde hem het boek. Hij appte me de zelfde avond:

Ik ben al begonnen met lezen hoor. Sorry eerst even over de tijd bij Dorus, heel mooi dat belooft wat voor de rest van het boek.

Het is zo leuk om al deze lezerservaringen te horen. En inderdaad: die tijd bij Dorus, mooi moet dat zijn geweest.

Mijn vader in Saint Germain des prés

Lees de vorige blog hier

Bestel het boek hier